Sinds de westerse wereld het late-stage capitalism – ook wel de post-kapitalistische samenleving genoemd – in is gerold, zien we heel snel steeds meer bureaucratie ontstaan. Dit is een logisch gevolg van onze kapitalistische samenleving. Waarom dit zo is ga ik hier uiteenzetten.
Er zijn twee gebeurtenissen waar het hebben van veel bureaucratie een rol speelt. De eerste is het ontstaan van extra bestuurlijke lagen. Neem basisscholen als voorbeeld. Vroeger (lees: ±30 jaar geleden) werden basisscholen veelal op zichzelf gerund, of in samenwerking met enkele andere lokale scholen. In principe waren er maar twee bestuurlijke lagen: de directie, die de school bestuurde en beslissingen nam, en de leerkrachten, die het gemaakte besluit uit moesten voeren binnen hun werkzaamheden. Het was logisch, het werkte goed en het was bovenal een simpel mechaniek.
Binnen het kapitalistische systeem is het te verwachten dat ook basisscholen moeten gaan dienen als bron van verdienste. Niet langer is het aanleren van basisvaardigheden aan kinderen de prioriteit. Nee, het hebben van een rendabel verdienmodel staat bovenaan de agenda.
Het kapitalisme zou het kapitalisme niet zijn geweest als ze daar gestopt was. Want zoals bij iedere liberale ideologie is groei een belangrijk doel. Méér méér méér! Meer winst. Hoe? Groeien. Innoveren. Investeren. Weet je hoe dit bij basisscholen is gegaan? Scholen zijn groter geworden of gefuseerd met andere scholen. Leerkrachten moeten meer taken uitvoeren binnen dezelfde functie. En er gaan meer scholen onder dezelfde koepel vallen. Dit is waar het eerste bureaucratische gedonder begint.
Waar een directie het overzicht kan houden op één school, wordt dat met meerdere scholen onder de hoede een stuk lastiger. De nieuw gevormde scholenkoepel kan alleen efficiënt bestuurd worden als er op eenzelfde wijze wordt gewerkt. De oplossing om dit voor elkaar te krijgen? Een extra bestuurlijke laag: een bestuur dat het overzicht houdt over de directies van de scholen. Dit bestuur hoeft geen kennis te hebben van alle ins & outs van wat er binnen de scholen gebeurt. Het overkoepelende bestuur bepaalt de grote lijnen van hoe de scholen horen te werken. De precieze invulling blijft de taak van de schooldirecties.
Het probleem met deze groei van het bedrijf ‘de basisschool’ is dat het hier niet stopt. Het gaat verder: als meerdere koepels fuseren betekent dit bijna zeker dat er nóg een hogere bestuurslaag bij komt om de koepels na de fusie gezamenlijk aan te sturen. Zodat het koepelbestuur weet wat ze moet doen. Zodat de schooldirectie weet wat ze moet doen. Zodat de leerkracht weet wat ze moet doen.
In veel gevallen komen er extra bestuurlijke lagen of functies bij met het ironische doel de afstand tussen de verschillende lagen te verkleinen. Een voorbeeld hiervan is een medezeggenschapsraad, die gevuld is door ouders en leerkrachten, en een advies kan geven aan de schooldirectie en het koepelbestuur. Een ander voorbeeld is een functie waar iemand die onafhankelijk is van het allerhoogste bestuur het contact tussen de verschillende lagen mogelijk moet maken – deze persoon fungeert als een soort snelweg voor contact tussen alle bestuurlijke lagen, een tussenpersoon die naast alle lagen staat.
Meer bureaucratie ontstaat dus ook als oplossing om bureaucratie tegen te gaan.
Het tweede punt dat ik wil maken is dat deze hoeveelheid bureaucratie, die overal in onze organisaties, bedrijven en clubs is binnengeslopen, in slechte tijden een harde klap gaat geven aan de gewone arbeider. Zie de bouw van een bestuurlijke kaart als een piramide: bovenaan staat één persoon, de grote baas. Hoe verder je naar beneden gaat, hoe meer mensen een bepaalde bestuurslaag vullen. Helemaal onderaan de piramide staan alle gewone werknemers. De mensen in loondienst zonder bestuurlijke taken. Dit is veruit de grootste groep mensen. Bij financieel zwaar weer zien we steeds opnieuw gebeuren dat er bij bezuinigingen aan reorganisatie wordt gedacht. Dit betekent in theorie dat er van bovenaan de piramide wordt beslist dat er mensen ontslagen moeten worden om zo kosten te besparen. In praktijk zien we dat alle bestuurders in de verschillende lagen de beslissing om mensen te ontslaan doorschuiven naar de laag onder hen, met als uitkomst dat de onderste laag, de gewone arbeider, ontslagen wordt. Niet de enorme hoeveelheid aan gecreëerde banen binnen een bestuursfunctie. Nee, de uitvoerende laag moet de klap keer op keer opvangen.
Waarom zou je als jong persoon nog gaan werken op een positie die hard nodig en van groot belang voor de samenleving is als deze positie telkens het hardst geraakt wordt in slechte tijden? We zien niet voor niets een groot tekort aan leerkrachten ontstaan. Misschien is het wel de schuld van de bureaucratie, die als onvermijdelijk product van het kapitalisme en de liberale ideologie alleen maar groter wordt.
Average Rating