Read Time:7 Minute, 26 Second

Op alweer de vijfde dag van de themaweek wordt er stilgestaan bij een misschien niet zo voor de hand liggende, maar wel hele belangrijke soort liefde: zelfliefde. KLASseposts eigen Jinte schreef er een mooi stuk over, ga het maar snel lezen!

Als iemand tegen me zei dat ik goed kon tekenen, dan bedankte ik hen, en dacht vervolgens: ‘je moest eens weten, mijn allerbeste vriendin kan echt véél beter tekenen. Mijn tekenkunsten verbleken bij haar werk.’

En toen iemand me complimenteerde op mijn kookkunsten, bedankte ik hen, en dacht vervolgens: ‘je moest een weten, mijn moeder, die kan pas écht goed koken. Als je bij haar aan tafel hebt gezeten, dan ga je daar liever eten dan bij mij.’

En ik voelde niet eens jaloezie, omdat die vriendin beter kon tekenen, of omdat mijn moeder beter is in de keuken. Weet je wat ik voelde? Ik voelde een bak met ongemak. Alsof een compliment vangen is alsof je een bal moet vangen tijdens een intens potje basketbal. En dat je dan de bal laat vallen, omdat je teamgenoot de bal net te enthousiast, en te hard (voor jou doen) naar je speelt. Dat is niet zijn schuld, het was voor jou immers te hard, en voor je teamgenoot niet. Ik heb dat vaak met complimenten. Ik vind het ontzettend lief, en waardeer het heel erg, maar ik vind het moeilijk om ze te vangen. En als ik ze al kan vangen, dan weet ik niet wat ik er mee kan doen. Dan speel ik hem het liefste heel snel terug, alsof ik een muur ben, die een bal terugkaatst.

Het gekke is, in mijn hoofd beleef ik de wereld wel vaker als een soort spel, maar een zonder concrete handleiding. Alsof het leven een (computer)spelletje is, waarin iedereen een speler is. En dat de wereld om ons heen een heel groot speelveld is. Het levensspel kan in verschillende samenstellingen worden gespeeld: van één tegen één, tot team vs team, en de laatste samenstelling maakt het spel uniek: soms speel je het ook tegen jezelf.

En in de vele potjes die ik tegen mezelf heb gespeeld, zag ik zelfliefde als een soort eindpunt. Je kon zelfliefde, in het speelveld, vinden op een plek ver weg, zoals op de top van een hele hoge berg. Je kon er komen door een lange weg af te leggen, vol met hobbels en obstakels. En toch speelde ik dat spelletje graag. Dat de weg zwaar moest zijn, dat was het waard. Want op de top van de berg kreeg je het grootste cadeau: een gevoel van trots en opluchting. Je voelde je voor heel even een overwinnaar. Je had een beetje zelfliefde dan écht verdiend, en dat was heel belangrijk in alle potjes die ik speelde tegen mezelf. Ik speelde ze dagelijks, met een ijzeren discipline kon ik dingen, zoals schoolwerk, uitvoeren, en mezelf rust gunnen? Dat paste niet in het spelletje, dat kon niet, dan zou ik sowieso game over gaan. ‘Ja dikke doei hoor, ik ga hier niet verliezen’, dacht ik dan. En soms, als ik dan op een toets kwam, dan zat het me vaak tegen. Dan was ik zo opgejaagd en uitgeput dat ik op de toets volledig in elkaar stortte. Maar dan dacht ik altijd: ‘ja, dat is gewoon een teken van zwakte. Want ooit, ooit zou ik die top van de berg zonder problemen kunnen bereiken.’ 

Bovendien, het leek heel logisch: immers, niks is toch gratis? Dus waarom zou zelfliefde dat wel zijn? Je moet toch altijd heel hard werken voor je kan rusten? Waarom rust je anders uit? Het was een ongeschreven regel en het klonk allemaal zo logisch. 

Totdat ik -enigszins- gedwongen, in mijn speelwereld een junglepaadje werd opgestuurd. Ik ging op kamers, en daarmee veranderde het speelveld waarin ik me al jaren had begeven. En de top van de berg, of welke berg dan ook, leek nog verder weg dan altijd. Bovendien, er waren zoveel meer toppen in de verte te zien, dat ik me afvroeg: welke top moet ik gaan beklimmen? Welk pad moet ik gaan bewandelen? Of moet ik er één voor mezelf maken, en kijken waar die eindigt?

Met al die verschillende paden voor je, kan je verschillende dingen denken: de één zal iets denken in de trant: ‘yes, ik heb hier heel veel mogelijkheden, wat ont-zet-tend leuk dit!’ En een ander zal iets denken in de trant van: ‘helppppp! Ik weet niet waar ik heen moet, ik ben doelloos, dit gaat helemaal mis!’ En ik behoorde (natuurlijk) tot die laatste. En in een verwoede poging de controle te houden, was ik streng tegen mezelf. Mijn tactiek was op z’n zachtst gezegd, niet zo heel tactisch. Mijn niet zo tactische tactiek draaide om uitputting, het was een soort beloningssysteem, gedreven vanuit angst. Want ik probeerde al springend, en flikflakkend mijn paadje te maken, ik wilde prik struiken en kuilen maar al te graag ontwijken. Ik zag in feite alleen een onbegaanbaar pad voor me. Ik creëerde een tunnelvisie, zonder in een daadwerkelijke tunnel te staan. Dus, ik vergat ook: er fluiten hier, in de jungle, ook vogels, en de zon schijnt hier ook. Ik vergat dat er meer was dan enge prik struiken.

En nog iets, ik kwam ergens achter, namelijk: batterijen op zonne-energie zijn vet duurzaam. Ja, haha, dat klinkt misschien een beetje vergezocht, maar ik laad op van de figuurlijke zonneschijn. En ik definieerde de momenten in de zon, op het junglepaadje, voor het eerst als ‘zelfliefde’, omdat ik het mezelf toestond om te mogen genieten van de zon, terwijl ik stilstond op een plek, waar ik de weg nog niet weet. Maar het kon, ik vond zelfliefde in de momenten van stilstand, rugzak op de grond, boeken veilig in de tas. Door op deze manier zelfliefde te bereiken, was de weg naar zelfliefde allesbehalve uitputtend.

Ik leerde dat zelfliefde vanuit jezelf moet komen, en dat je er dus ook niet voor naar een winkel hoeft te rennen, of dat zelfliefde niet alleen op de top van de berg kon worden gevonden, maar ook in de dalletjes. En tuurlijk, het is lastiger om het te zien, en om het jezelf te geven als je wordt omringd door prik struiken en kritische gedachten. Maar het is er echt, en misschien is dat alleen (soms) al een geruststellende gedachte.

Het ding is ook, zelfliefde is vaak gratis, het is voor mij dan ook net zo goed een actie naar mezelf, als dat het een gevoel is. Het zit hem in de kleine dingen: een boek lezen; op tijd naar bed gaan als ik moe ben; of laat naar bed gaan als het nog veel te gezellig is; een vriendin bellen; samen eten met vrienden; een trein eerder naar thuis thuis pakken, omdat ik dan net wat meer tijd heb met mijn familie. En dingen doen die ik wil doen, niet omdat ik er goed in ben, maar gewoon omdat ik dat wil. Het zijn dingen die ik bewust probeer te doen, omdat ik er blij van word, en omdat het me vult met liefde. En als ik mezelf die fijne dingen gun, dan noem ik dat zelfliefde. 

Sommige mensen vinden zelfliefde misschien een beetje egoïstisch klinken, maar ik zie het als het onderhouden van een huis. Het is nodig, en mensen komen toch liever in een ‘schoon’ huis, dan in een huis wat altijd maar wordt verslonsd en genegeerd. Jij bent (namelijk) het huis, een huis wat je moet schoonhouden, door het te voeden met goed eten, maar ook door het soms even op te ruimen. En misschien herken je het (en misschien ook niet), maar het kan aardig rommelig worden in de hersenkamers. Dus ook deze moet je soms opruimen, want soms ligt zelfliefde verborgen op de zolder, of in de kelder, onder een dikke laag stof. Maar het is er sowieso. Daardoor kan je altijd een gevoel van thuiskomen creëren in je huis. Je hoeft dan de berg niet meer op, want je hebt het al lang in huis (je moet hoogstens de zolder op, of in de kelder kijken ;)).

Om dit metafoor nog even verder te trekken, het is ook belangrijk om op te merken: elk huis, en de inrichting ervan, is anders. Iedereen is natuurlijk uniek. Zelfliefde is dan ook heel persoonlijk, met name de invulling van zelfliefde is voor iedereen anders. Misschien maakt dat zelfliefde ook wel heel mooi, dat er geen concrete handleiding is voor het spel dat ‘leven’ heet, en dus ook niet voor welke rol zelfliefde precies moet spelen. Je kan het daarom naar je eigen hand zetten, en jezelf geven wat je nodig hebt.

Zo, dat was een rondje over het speelveld, nu is het tijd om naar huis te gaan, om de deur te openen voor complimentjes, en alles wat je lief is. Ga maar naar je thuis, en vul het met liefde.

About Post Author

Jinte van der Vlugt

Met mijn pen schrijf ik graag over kleine, fijne dingen die me bezighouden. De onderwerpen van mijn schrijfsels kunnen erg uiteenlopen, van maatschappelijk tot heel persoonlijk. Mijn schrijfsels kunnen dan ook het beste worden gedefinieerd als hersenspinsels.
Happy
Happy
38 %
Sad
Sad
0 %
Excited
Excited
63 %
Sleepy
Sleepy
0 %
Angry
Angry
0 %
Surprise
Surprise
0 %

Average Rating

5 Star
0%
4 Star
0%
3 Star
0%
2 Star
0%
1 Star
0%

Geef een reactie

Previous post Rupsjes
Next post Treffer
Gastschrijver worden?

KLASsepost is altijd op zoek naar gastschrijvers die hun persoonlijke, maatschappelijke, ideologische of grappige verhalen met het LAS-publiek willen delen. Dus heb jij nog een tekst, gedicht, fotoserie of shortfilm liggen die je eindelijk durft te delen? Of begint de inspiratie te borrelen om nieuwe dingen te gaan creeëren? Meld je dan nu aan als gastschrijver!