Door: Isa Baas
Mijn vader was een corpsbal. Nu zou je hem niet meer zo herkennen, maar ik heb wel wat verhalen meegekregen hoe dat was. Vooral de regels die golden op de wc vond ik bizar. Toen hij dat vertelde, leerde ik over het woord anciënniteit. Hoe langer je lid was van het koor, hoe meer respect je afdwong bij de sjaars die net aankwamen. Op de wc moest iedereen die het “jongste” was in corps-jaren aan de linkerkant gaan staan, op volgorde van anciënniteit. Alleen als er een vierdejaars was, dan was het weer omgekeerd. En als je het niet goed deed, moest je iedereen een rondje betalen.
Bij het corps zijn er ongetwijfeld nog steeds dit soort regels die eigenlijk nergens over gaan. Het gaat er natuurlijk om dat je weet hoe het werkt, dan kun je laten zien dat je bij de in-crowd hoort. Als kuddedier willen we vanuit onze genen ergens bij horen, dus het is niet gek dat sommige mensen dit leuk vinden. Ikzelf vind dit een beetje ouderwets en je zou me niet gelukkig maken als je me in een corps zou stoppen.
Gelukkig was daar Atlas: de studenten-studievereniging. Net zoveel activiteiten, reisjes en sociale bonding, maar een stuk minder nadruk op anciënniteit, corporale regeltjes en hiërarchie.
Of… toch niet?
Er is één duidelijke vorm van anciënniteit die ook direct herkenbaar is. Als je dit ziet, weet je gelijk of iemand eerstejaars, tweedejaars, derdejaars en zeker ook vierdejaars is. Het is de LAS-dopper. De kleur van de dopper verandert namelijk ongeveer elke jaar met een mysterieuze reden die alleen de LAS-goden van de berg Olympus van de opleiding kennen. De donkere kleur groen is voor de groentjes, de bejaarde Atlassers hebben een lichtere kleur. Afgelopen collegejaar is het jaar dat de laatste mensen met het oude logo rondliepen, ook een vorm van anciënniteit. De laatste oud-logo-lassers zullen dit jaar vijfdejaars worden, of – zoals ik ga doen – afstuderen.
Gelukkig hebben ouderejaars bij Atlas niet méér waarde dan eerstejaars. Het is zelfs zo dat eerstejaars vaak meer mensen kennen, omdat zij zich helemaal onderdompelen in het verenigingsleven, terwijl ouderejaars soms ook weer andere dingen doen of al een vaste vriendengroep hebben. En dat mag allemaal bij Atlas. Geen regels over elke dinsdag verplicht borrelen, geen alcohol als je dat niet wilt, geen ontgroening. Je kan zoveel tijd in Atlas steken dat het een studentenvereniging wordt, maar er zal nooit zo’n hiërarchie zijn als bij corporale verenigingen. Ik vind dat een pluspunt. Als iedereen bij een studievereniging evenveel waarde heeft, dan is de kans ook groter dat je dat meeneemt de maatschappij in. Elkaar respectvol en gelijkwaardig behandelen, leer je dan ook al een klein beetje bij Atlas.
Average Rating